Onderzoek
Home Up Onderzoek Onderzoeksverslag Enqueteformulier Werkbladen Beoordelingsformulier Evaluatieformulier Voortgangsformulier

 

VERZUILING

Inleiding

Samen met een medeleerling, ga je onderzoeken of en in welke mate er nog steeds sprake is van verzuiling. Je doet dat aan de hand van een aantal onderzoeksvragen en/of hypothesen die je deels krijgt aangereikt, maar deels ook zelf moet bedenken.

Je gaat te werk volgens een stappenplan, waarin duidelijk wordt aangegeven wat er, stap voor stap, van je wordt verwacht. Dit stappenplan zier er als volgt uit:

1    Voorbereiding

stap 1        kiezen van het onderwerp en de hoofdvraag of hypothese

stap 2        uitwerken van de hoofdvraag of hypothese in deelvragen

stap 3        kiezen van informatiebronnen

stap 4 A    organiseren en plannen

stap 4 B    het ontwerpen en maken van een gegevensbestand

2    Uitvoering

stap 5 A     het verzamelen van informatie

stap 5 B     het invoeren van de gegevens

stap 6         het selecteren en verwerken van informatie

stap 7         beantwoorden van de hoofdvraag of toetsen van de hypothese

3     Afsluiting

stap 8         presenteren van de onderzoeksresultaten

stap 9         beoordelen van het verloop en de resultaten van het onderzoek

 

Hieronder staat elke stap omschreven. Voer de opdrachten uit en laat na elke opdracht het voortgangsformulier af tekenen door de leraar. Het bestand zuilen97 kun je hier downloaden.

Als iets onduidelijk is vraag je de leraar om hulp.

stap 1    Kiezen van het onderwerp en formuleren van de hoofdvraag of hypothese

De onderzoeksvragen

In je onderzoek kun je eenvoudige, informatieve, vragen stellen. Bijvoorbeeld: 'Hoeveel procent van de ondervraagden heeft op een katholieke basisschool gezeten?’ Interessanter zijn echter probleemstellende vragen. Bijvoorbeeld: 'Is er een relatie tussen de genoten opleiding en de keuze voor een politieke partij?’

Een hypothese

Als je van tevoren al bepaalde vermoedens hebt over de relatie tussen leeftijd of sekse en stemgedrag kun je ook gaan onderzoeken of je vermoedens juist zijn. In dat geval stel je geen vraag, maar maak je een stelling of hypothese. Een voorbeeld:

'Naarmate iemand jonger is zal het geloof een minder grote rol spelen bij de schoolkeuze!'

Je onderzoek bestaat uit twee onderdelen:

1 Om je op weg te helpen ga je eerst een gegeven vraag onderzoeken volgens de uitwerking zoals die hieronder beschreven staat.

Deze hoofdvraag luidt:

Bestaat er een relatie tussen godsdienst en schoolkeuze?

2 Vervolgens bedenk je zelf een onderzoeksvraag of hypothese, die je daarna uitwerkt.

Je gaat dit onderzoek uitvoeren samen met een klasgenoot. Bepaal met wie je het onderzoek wilt uitvoeren.

stap 2    Uitwerken van de hoofdvraag of hypothese in deelvragen

Voor het eerste deel van je onderzoek luiden de deelvragen:

1 Bestaat er een relatie tussen godsdienst en de keuze van de lagere school

2 Bestaat er een relatie tussen godsdienst en de keuze van de middelbare school

3 Wordt een eventuele relatie tussen godsdienst en schoolkeuze sterker naarmate de leeftijd van de ondervraagden hoger is?

Voor het tweede deel van je onderzoek moet je zonodig zelf deelvragen formuleren.

stap 3    Organiseren en plannen

Voor je het onderzoek gaat uitvoeren moet een aantal zaken worden geregeld. Dit doe je samen met de leraar.

- waar verzamel je gegevens?

- hoe verzamel je gegevens?

- wanneer moeten de gegevens worden verzameld?

- wie doet wat?

- wanneer moet het onderzoek af zijn?

- hoe moeten de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd?

in de volgende stappen komen al deze zaken achtereenvolgens aan de orde.

Op het voortgangsformulier is aangegeven wanneer welk onderdeel af moet zijn. Hou je aan deze planning. Te laat laten aftekenen van het voortgangsformulier kost je punten.

stap 4    Kiezen van informatiebronnen

In dit onderzoek zijn mensen uit je omgeving je informatiebronnen.

stap 5    A Het verzamelen van informatie

De gegevens die we voor ons onderzoek nodig hebben verzamelen we door middel van een enquête.

Bekijk het enquêteformulier. Raadpleeg de leraar bij onduidelijkheden.

Ondervraag met behulp van het enquêteformulier minimaal vijf mensen in je directe omgeving.

Het is belangrijk mensen van diverse leeftijden te ondervragen (bijvoorbeeld je ouders en grootouders). De ondervraagden moeten minstens 18 jaar zijn.

stap 5    B Het invoeren van de gegevens

Je gaat nu de gegevens invoeren in een bestand met de naam 'zuilen97'

Dit gaat als volgt:

- Open Microsoft Access
- Open de database 'zuilen97.dmb'
- Klik op formulier
- Voer nu op elk formulier de gegevens van één persoon in.

Als je alle gegevens hebt verwerkt sluit je 'formulier' af en geef het bestand de naam stemmen.

N.B.

Mogelijk zal de docent het bestand zelf vullen.

stap 6    Het selecteren en verwerken van informatie

Je krijgt nu van je leraar het bestand 'zuilen97'. Hierin staan gegevens van een groot aantal personen in je woonplaats. Dit zijn de namen van de velden:

1 Jaar_afname
2 Geslacht
3 Geboortejaar
4 Gehuwd
5 Opleiding
6 Godsdienst
7 Basis_denom
8 Vo_denom
9 Huwelijk_denom
10 Omroep
11 Krant
12 Partij
13 Vakbond

Aan de hand van dit bestand selecteer je nu de gegevens die je nodig hebt om je onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden of je stelling/hypothese te toetsen.

- Open Microsoft Access
- Open de database 'zuilen97'

Als je de benodigde gegevens hebt geselecteerd en verwerkt op werkbladen laat je de werkbladen aan de leraar zien en laat je het voortgangsformulier door de leraar aftekenen.

1 Godsdienst en de keuze voor de basisschool

We gaan eerst onderzoeken of de godsdienst van mensen invloed heeft gehad op de keuze voor de lagere school. Bezochten katholieke mensen bijvoorbeeld eerder een katholieke school dan een openbare of protestantse school?

- Klik op Query’s
- Klik op Nieuw
- Dubbel klik op Wizard-Kruistabelquery en klik op ‘volgende’
- Kies godsdienst en klik op > en daarna op 'volgende'
- Kies basis_denom en klik op 'volgende'
- Kies aantal en klik op 'volgende'
- Geef de kruistabel de naam basis_kruistabel1 en klik op ‘voltooien’

a Hoeveel procent van de ondervraagde katholieken heeft op een katholieke basis school gezeten?

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun basisschool niet kennen tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 1 = katholiek
Basisschool 1 = katholiek

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de katholieken op een katholieke basisschool heeft gezeten.

b Hoeveel procent van de ondervraagde protestanten (hervormden of gereformeerden) heeft op een protestantse lagere school gezeten?

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun basisschool niet kennen tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 2 = protestant
Basisschool 2 = protestant

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de protestanten op een protestantse basisschool heeft gezeten.

2 Godsdienst en de keuze voor het voortgezetonderwijs

We gaan nu onderzoeken of de godsdienst van mensen invloed heeft gehad op de keuze voor het voortgezet onderwijs. Bezochten katholieke mensen bijvoorbeeld eerder een katholieke school dan een openbare of protestantse school?

- Klik op Query’s
- Klik op Nieuw
- Dubbel klik op Wizard-Kruistabelquery en klik op ‘volgende’
- Kies godsdienst en klik op > en daarna op 'volgende'
- Kies vo_denom en klik op 'volgende'
- Kies aantal en klik op 'volgende'
- Geef de kruistabel de naam vo_kruistabel1 en klik op ‘voltooien’

a Hoeveel procent van de ondervraagde katholieken heeft op een katholieke middelbare school gezeten?

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun school voor voortgezet onderwijs niet kennen of die geen middelbare school hebben bezocht tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 1 = katholiek
Voortgezet onderwijs 1 = katholiek

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de katholieken op een katholieke middelbare school heeft gezeten.

b Hoeveel procent van de ondervraagde protestanten (hervormden of gereformeerden) heeft op een protestantse middelbare school gezeten?

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun school voor voortgezet onderwijs niet kennen of die geen middelbare school hebben bezocht tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 2 = protestant
Voortgezet onderwijs 2 = protestant

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de protestanten op een protestantse middelbare school heeft gezeten.

3 De relatie tussen leeftijd, godsdienst en schoolkeuze?

Godsdienst speelt tegenwoordig bij de keuze van een school een minder grote rol dan vroeger. Om te onderzoeken of deze hypothese juist is delen we de ondervraagden in de volgende vijf leeftijdsgroepen in:

1. mensen geboren tussen 1900 en 1914
2. mensen geboren tussen 1915 en 1929
3. mensen geboren tussen 1930 en 1944
4. mensen geboren tussen 1945 en 1959
5. mensen geboren tussen 1960 en 1974

- Klik op Query’s
- Klik op Nieuw
- Dubbel klik op Wizard-selectiequery
- Kies uit tabellen/query’s de tabel: zuilen
- Dubbel klik achtereenvolgens op geboortejaar en >, godsdienst en >, basis_denom en > en      vo_denom en >

Geef de selectiequery de naam geb en klik op ‘voltooien’
Klik op ‘beeld’ in de menubalk en vervolgens op ‘ontwerpweergave’

- Typ in het veld ‘geboortejaar’ bij criteria >1899 and <1915

Sla de query op onder de naam geb1
Vervang in het veld ‘geboortejaar’ bij criteria >1899 and <1915 door >1914 and <1930
Sla de query op onder de naam geb2
Vervang in het veld ‘geboortejaar’ bij criteria >1914 and <1930 door >1929 and <1945
Sla de query op onder de naam geb3
Vervang in het veld ‘geboortejaar’ bij criteria >1929 and <1945 door >1944 and <1960
Sla de query op onder de naam geb4
Vervang in het veld ‘geboortejaar’ bij criteria >1944 and <1960 door >1959 and <1975
Sla de query op onder de naam geb5

a Godsdienst, leeftijd en de keuze voor de basisschool

- Klik op Query’s
- Klik op Nieuw
- Dubbel klik op Wizard-Kruistabelquery en klik op ‘volgende’
- Klik op het rondje query’s en open geb1
- Kies godsdienst en klik op > en daarna op 'volgende'
- Kies basis_denom en klik op 'volgende'
- Kies aantal en klik op 'volgende'
- Geef de kruistabel de naam basisgeb1_kruistabel

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de katholieken in deze leeftijdgroep op een katholieke basisschool hebben gezeten en hoeveel procent protestanten op een protestantse basisschool.

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun basisschool niet kennen tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 1 = katholiek en 2 = protestant
Basisschool 1 = katholiek en 2 = protestant

b Godsdienst, leeftijd en de keuze voor het voortgezetonderwijs

- Klik op Query’s
- Klik op Nieuw
- Dubbel klik op Wizard-Kruistabelquery en klik op ‘volgende’
- Klik op het rondje query’s en open geb1
- Kies godsdienst en klik op > en daarna op 'volgende'
- Kies vo_denom en klik op 'volgende'
- Kies aantal en klik op 'volgende'
- Geef de kruistabel de naam vogeb1_kruistabel en klik op ‘voltooien’

Vul de gevonden gegevens in op het werkblad en bereken hoeveel procent van de katholieken in deze leeftijdgroep op een katholieke middelbare school hebben gezeten en hoeveel procent protestanten op een protestantse middelbare school.

Let op:

Mensen die de godsdienstige kleur (denominatie) van hun school voor voortgezet onderwijs niet kennen of die geen middelbare school hebben bezocht tellen niet mee. Trek daarom het aantal in kolom 0 van het totale aantal af!

Godsdienst 1 = katholiek en 2 = protestant
Voortgezet onderwijs 1 = katholiek en 2 = protestant

Herhaal deze bewerkingen voor de andere leeftijdsgroepen.

4    Werk op vergelijkbare manier je zelf bedachte onderzoeksvraag of hypothese uit.

Raadpleeg de docent als je problemen tegen komt.

stap 7    Beantwoorden van de hoofdvraag of toetsen van de hypothese

Bedenk nu aan de hand van de gegevens die je hebt ingevuld op de werkbladen een antwoord op je onderzoeksvraag of ga na of je stelling/hypothese door de gevonden gegevens wordt ondersteund.

stap 8    Presenteren van de onderzoeksresultaten

Schrijf op basis van de gevonden resultaten je verslag.

stap 9    Beoordelen van het verloop en de resultaten van het onderzoek

Tenslotte wordt je onderzoeksverslag beoordeeld. Dat doe je voor een deel zelf aan de hand van de beschrijving van de goede en slechte onderdelen van je onderzoek. Gebruik hiervoor het evaluatieformulier.

Je onderzoek zal op de volgende punten worden beoordeeld:

Onderdelen Maximumscore per onderdeel
1 Eigen onderzoeksvraag 10
2 Deelvragen 10
3 Uitwerking gegeven onderzoeksvraag 15
4 Uitwerking eigen onderzoeksvraag 15
5 Presentatie 40
6 Leerproces (evaluatie) 10
Totaal 100

Als je klaar bent lever je het onderzoeksverslag in op de wijze die is afgesproken.

[naar boven]

© 1998 Albert van der Kaap, Enschede. Alle rechten voorbehouden.